De dood. Een eng iets. Misschien wel vreedzaam. Wanneer hij jou komt halen? Who knows? Maar dat hij ooit komt? Dat staat vast.
Je wordt geboren, je leeft je leven en sterft. ‘The circle of life’. Maar dan?
Word je herboren als dezelfde persoon in hetzelfde jaar en krijg je de kans om je leven opnieuw te leven in de hoop dat je geleerd hebt van je vorige fouten?
Word je herboren als iemand anders? Of misschien wel als een dier?
Gaat je ziel door naar een andere planeet?
Ga je naar de hemel of misschien wel de hel?
Of ben je écht dood. Gewoon weg. Een vervlogen ziel.
Wie zal het weten? Wij mensen proberen overal een antwoord op te vinden. Het liefst wetenschappelijk onderbouwd. Maar hoe kun je zoiets als de dood – of eigenlijk het ‘leven’ na de dood – wetenschappelijk onderbouwen? Of gaat het alleen over wat je geloofd? En is geloof dan meer een houvast om niet bang te zijn voor de dood?
Maar een raar iets, die dood. Hij komt, ziet en overwint. Altijd. Toch?
Ik ben nu zo’n 1,5 week aan het nadenken over de dood. Niet omdat ik nu dood wil. Nee, mijn leven heb ik nog lang niet voltooid. Ik wil nog trouwen, kinderen krijgen (als dit lukt), oud worden met Roy en op een respectabele leeftijd sterven. Ooit. Nu nog niet. Nog langer niet.
Vorige week overleed plotseling een oom. 53 jaar. Zo. Pats boem. Weg. Waarschijnlijk een hartstilstand. Of misschien was het wel een hartblock. Wie zal het zeggen?
Hij had wel wat lichamelijke klachten her en der, maar een paar weken eerder was hij nog zo goed als gezond verklaard door het ziekenhuis. En toch… Toch heeft de dood hém gekozen. Hoe oneerlijk? Of is de dood altijd oneerlijk? Ja, 53 is jong en dus oneerlijk. Maar iemand van in de 60, 70,80 of zelfs 90 is ook oneerlijk. Want hoe kunnen wij, mensen, ooit accepteren dat mensen die we lief hebben, ineens uit onze wereld getrokken worden? Zomaar ineens. Just like that.
Ik ben niet bang voor de dood. Het hoort bij het leven. Maar toch bezorgt hij me bepaalde angsten. Kriebels, welgezegd. Ligt hij al op de loer? Of zit hij achter iemand aan die ik lief heb? Wat als ik, of die ander, het leven nog niet alles heb kunnen geven? Maar dat hij me zomaar, pats boem, overvalt? Zo, als ik de deur uitloop? Of wanneer ik slaap? Misschien wel als ik douche of een rondje wandel met Odin? Vandaag, volgende week, over een jaar of over jaren? Wie zal het zeggen. Wie kan het weten?
Nee. De dood, dat is iets aparts. Iets wat niet te meten is. Iets – zeg toch maar – onverklaarbaars. Onzichtbaar. Ontastbaar. Onoverwinnelijk.
En het enige wat we kunnen doen is hopen – of bidden als je een geloof aanhangt – dat hij pas op je deur klopt wanneer jij je leven daadwerkelijk voltooid hebt.
5 comments
Mooi geschreven!
Wat een zwaar thema, maar wel luchtig geschreven. Een troost; als de dood je plotseling overvalt kun je niet meer terug kijken en/of denken / zeggen: “Had ik maar …….” of “Ik wil nog ……. “. Mijn levensmotto: ‘Leef het leven en doe dat op je eigen manier. Ieder moment in je leven is een leermoment. Leer daarvan en maak er gebruik van’
Het blijft een moeilijk onderwerp, ik geloof altijd wel dat je niet gaat voordat je tijd gekomen is. Volop genieten van alles wat je hebt!
Wat een heftig thema, maar het klopt wel allemaal wat je schrijft. Soms moet je gewoon even een klap in je gezicht krijgen om te beseffen dat dit opeens voorbij kan zijn… ik ga daarom ook nooit weg als ik net ruzie met iemand heb gehad, zou me dat nooit vergeven
Allereerst gecondoleerd met je oom. De dood is inderdaad een heftige thema en iets dat je niet kunt voorkomen.
Het is goed om er over te praten. Een filosoof zei eens ooit twee dingen kun je nooit ontlopen: de belastingdienst en de dood. Gelijk had hij. Om er over te praten delen we onze gedachten. Bidden helpt in ieder geval wel naar mijn mening!