Ik was net 19 toen ik samen met een klasgenootje voor 5 maanden stage ging lopen in Bandung, Indonesie. Ik hield voor de mensen thuis online een dagbloek bij, waarin ik alles beschreef wat wij meemaakten. Gisteren hebben jullie al het eerste deel van het verhaal kunnen lezen over de jongen die ons achtervolgde. Helaas bleef dat niet bij die ene dag… Vandaag vertelt mijn 19-jarige ikke (het zijn namelijk de passages uit mijn dagboek) hoe vaak we hem nog tegen zijn gekomen en wat er uiteindelijk gebeurt is…
Het verhaal gaat ongeveer zo’n 2 dagen later verder. Het is 28 september 2007.
Na een dag vol met stage en andere dingen, zijn we weer naar het winkelcentrum gegaan want Lotte had honger en dorst gekregen en wilde naar de kapper. Dus eerst zijn we (weer) naar de McDonalds gegaan (mmm, misschien kom ik toch niet zo slank terug als dat ik dacht. Maar aan de andere kant, van dat lopen val je ook weer af, haha).
Uhh.. Ja, we kwamen nog al vaak bij de grote, gele M. Rijst kwam al snel onze neus uit en als je dat zowel ‘s middags als ‘s avonds anders eet…. En inderdaad, ik was wel wat aangekomen toen ik thuis kwam. Dat heeft overigens doorgezet… 😉 Goed. Snel verder:
Ik liep naar een kassa waar een meisje achter stond. En wat denk je? Kwam die overspontane vent van eergisteren meteen naar mij toe om mij te helpen. En hij duwde zowat het meisje aan de kant zodat ik wel bij hem moest bestellen. Nadat we bijna onze burger op hadden zag ik iemand via de buiten ingang (je kunt namelijk via buiten en via het winkelcentrum de Mc binnen) naar binnen gaan, ons voorbij lopen en het winkelcentrum ingaan. Toen hij voorbij liep zag ik een groene broek. Een groene broek die verdacht veel leek op de jongen die ons woensdag had gevolgd. Ik probeerde een goede blik van hem te krijgen. Helaas zag ik alleen zijn zijkant, maar zelfs dat herkende ik uit duizenden! Niet zo heel gek, gezien het de laatste keer wel echt een hele enge ervaring was. Voor de Mc (binnen in het winkelcentrum) zag ik hem een paar keer op en neer lopen en toen weglopen. Toen wij het winkelcentrum binnen gingen zagen we hem niet meer. Maar natuurlijk keken we ontzettend goed in het rond. Geen groene broek te verkennen; ook niet toen we op de roltrap stonden.
De kapper zit op de eerste verdieping, dus daar zijn we naar binnen gelopen. Bij de deur keek ik toevallig nog even achter me. En wie zag ik daar lopen…? DE jongen. Maar hij liep verder naar de roltrap om nog een verdieping omhoog te gaan. Waarschijnlijk heeft hij ons op een afstand gevolgd, omdat hij beseft dat we hem ook in de gaten houden. Maar omdat wij zo snel gelopen hebben, is hij ons kwijt geraakt. Hij had te lang gewacht met naar boven te lopen.
Lotte was wel naar een goede kapper geweest en kwam weer goed bijgewerkt uit de stoel (voor maar 3, 21 euro wassen, knippen en spul erin!).
Toen we weer naar huis liepen hebben we constant in het rond gekeken. Voordat we naar beneden gingen, hebben we eerst over de leuning gehangen om te kijken of we hem ergens beneden zagen. Buiten had ik een klein spuitbusje deodorant in mijn handen. Mocht hij zo dicht achter ons lopen, had ik dit in zijn gezicht gespoten (ja mam, komt toch wel goed van pas). Gelukkig hebben we hem de hele weg niet meer gezien en zijn we via een andere straat en steegje bij ons huis gekomen. We durfden niet door het normale straatje en steegje te lopen omdat hij weet dat wij daar richting huis lopen. Als hij een angkutan zou hebben gepakt, dan had hij ons daar kunnen opwachten.
Er gaat bijna een volle maand voorbij, voordat we weer iets van hem vernemen. Het is ondertussen 24 oktober 2007.
Na stage zijn we eerst gaan eten bij de Kantin om vervolgens naar het winkelcentrum te gaan. Ik had wat bureau accessoires nodig. In die winkel kwamen we DE man weer tegen. Stond ie gewoon naast ons – ongeïnteresseerd – spullen te kijken. Hij keek ons ook de hele tijd aan. Waar haalt hij het lef vandaan om zo dicht bij ons te komen staan? Maar goed. Wij gewoon rustig verder winkelen. Toen we de winkel uitliepen zijn we hem kwijt geraakt en hebben we hem niet meer gezien. Dat we hem hebben aangekeken in de ogen kan hem hebben afgeschrikt. Maar we zijn benieuwt of we hem nog vaker gaan zien…
Naïef als we waren, dachten we écht dat het kijken in zijn ogen geholpen had. Maar niets bleek een maand later – 22 november 2007 – minder waar…
Diezelfde dag gaan we naar het winkelcentrum. We gaan vast kijken naar de prijzen van de dingen die we voor de arme scholen zouden willen kopen.
Tegenover het “normale” winkelcentrum zit ook nog een of andere winkel. Een soort V&D zeg maar. Daar zijn we al een hele tijd als we hem weer zien. Hij loopt voorbij en loopt stellig door. Ik kijk hem na. Een verdieping lager blijft hij “hangen”.Onze stalker heeft nog niet genoeg van ons gehad. Lotte en ik zijn helemaal niet meer bang voor hem. Hij heeft ons ondertussen al zo vaak gestalkt, maar nooit iets gedaan. Lotte en ik besluiten dat we naar die verdieping gaan en gewoon even rondneuzen daar. We zien hem aan de andere kant van de ruimte lopen. Daar gaat hij achter een boekenkast op de grond zitten. Ik tik Lotte aan en we lopen er heen. Hij ziet ons aankomen, staat op en loopt een andere richting op. Wij volgen hem. Hij gaat steeds harder door de winkel lopen. En wij stalken hem nu door de winkel heen. Hoe ironisch?!
Op een gegeven moment kan hij geen kant meer op en gaat achter een grote paal staan. Hier kijken Lotte en ik toch wel even uit. We weten natuurlijk niet of hij een wapen bij zich heeft. Voorzichtig kijken we om de paal. Er is niets aan de hand en dus lopen we hem voorbij. Bij het voorbijgaan zeg ik nonchalant “hello”. Hij reageert ook met “hello”. We zijn hem zo goed als voorbij als hij in een keer vraagt waar we vandaan komen. Waarop volgt dat ik terug praat met op een gegeven moment de vraag: “Wat wil je van ons?”. Hierop reageert hij dat hij vrienden met ons wil worden. “Wij niet met jou”. Daarop kijkt hij heel verbaast. “Waarom dan niet?” “Omdat wij mensen die ons STALKEN helemaal niet leuk vinden.” Hij zegt niets, maar ontkent het ook niet. Als reactie dat hij niets zegt, komt al mijn haat en woede jegens hem naar boven, waarop ik hem een preek van hier tot ginder geef. Ik blijf hem aankijken terwijl mijn ogen al meer dan genoeg tegen hem vertellen. Omdat er echt zo ontzettend veel haat en woede in mijn rest jegens hem begin ik er gewoon van te trillen. Ook mijn lippen. Maar ik praat door. Ik eindig met dat als hij het nog een keer probeert, we de politie erbij halen en dan is hij er bij. Hij knikt braaf ja. In de stilte die volgt blijf ik hem aankijken en straal via mijn ogen het laatste restje haat uit. Vervolgens draaien Lotte en ik om en lopen weg van hem. Hij blijft verbijsterd achter. Wij lopen verbijsterd door. Want iets wat we absoluut niet verwacht hadden, was dat hij zo goed Engels sprak. Hij ziet er niet bepaald snugger uit en draagt altijd dezelfde kleding. En die kleding ziet er ook niet bepaald snugger uit. Wat ons daarbij ook opviel was dat zijn haar er nog redelijk verzorgt uitzag en hij (voor hier) hele goede tanden had.
Wij hebben al die tijd gedacht dat hij arm was, maar nu twijfelen we er wel aan. Maar we gaan ons er niet druk om maken. We hopen dat alles duidelijk is en dat we die freak nooit meer tegen komen!
Wat ik me na al die jaren nog steeds super goed herinner, was het boze gevoel. Ik was zó kwaad. Zó kwaad was ik nog nooit geweest. Zó kwaad dat ik er van moest trillen. En na al die tijd ben ik vooral ook heel dankbaar dat er niets anders is gebeurt. Wat als hij een wapen bij zich had gehad? Of wat als hij andere plannen voor ons had…? Dan zit je toch ruim 20.000 km verwijderd van je familie in een onbekend land.
Ik hoop dat jullie het leuk vonden om te lezen en wie weet komen er nog wel meer verhalen naar boven die ik met jullie kan delen. Fijn weekend lieve lezers en lezeressen!
XOXO Natasja
P.s. De bovenstaande foto is gemaakt op het strand in Kuta, Bali. Ik kan de foto’s uit Bandung zelf nog steeds niet vinden op CD… Oh noooo…!!
3 comments
Whoa! Heftig hoor en dapper ook. Ja wie weet wat er allemaal had kunnen gebeuren.
Precies 🙂 gelukkig zijn wij er heelhuids uitgekomen!
Wow zo bizar dit! Je schrijft trouwens erg fijn. Wat een enorme creep… En inderdaad je weet maar nooit of hij een wapen bij zich zou hebben, als ik kwaad ben ga ik ook altijd heel erg trillen haha (of huilen). Toch raar hoor dat hij jullie dus kon volgen terwijl jullie het soms niet door hadden!