RECEPT

Hoewel ik thuis gezegend ben met een man die vrijwel altijd kookt, vind ik het op zijn tijd ook wel leuk om te doen. Laatst had ik zin in Aziatisch. Als eerste bedacht ik me dat ik Indonesische saté wilde maken. Toen moest ik nog een gerecht bedenken wat we er nog meer bij zouden eten. Ik had totaal geen zin in rijst en dus werd het bami. Ik zocht verschillende recepten op en maakte daar uiteindelijk een mix van zodat ik mijn eigen recept zou creëren. En ik weet niet hoe, maar ik heb hem weten te krijgen zoals ik hem ook vind smaken bij de Chinees. Nou ja, ik weet wel hoe. Namelijk met de onderstaande ingrediënten. En hij is lekker!!!

Ingrediënten voor 4 personen

400 gram mie-nestjes
1 blokje / 1 liter kippenbouillon
1 prei
1 bakje taugé
150 gram hamblokjes
2 eieren
1 teentje knoflook
1 el zonnebloemolie
ve-tsin
peper en zout

bani zoals van de chinees

Breng als eerst de kippenbouillon aan de kook en voeg vervolgens de mie-nestjes toe. Bereidt de mie-nestjes volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Was de prei en de taugé en snijdt de prei in halve ringen.
Pers de knoflook met een knoflookpers of snij de knoflook klein en fruit deze in de zonnebloemolie in een wok- of hapjespan.
Doe de prei, taugé en hamblokjes erbij en zet het vuur hoog tot de prei zacht geworden is.
Klop ondertussen de twee eieren los en bak hiermee een roerei in een aparte pan. Als je roerei klaar is, snij je de roerei in kleine stukjes en voeg je deze bij de wokpan.
Giet de mie-nestjes af. De bouillon hoeft niet bewaard te worden. Daarna doe je de mie in de wokpan en bak je deze op hoog vuur mee en roer je het geheel goed door elkaar.
Voeg naar smaak de ve-tsin toe en zet daarna het vuur af. Ik strooi het persoonlijk 1-2 keer de pan rond. Voeg vervolgens naar smaak ook zout en peper toe.