Ik ben geen meisje wat snel terug kijkt en zegt: “Wat heb ik een spijt van zus of zo.” Of: “Had ik toen maar…” Want dat heeft helemaal geen zin. Fijn dat je leert van zulke momenten, maar het verleden kunnen we toch niet meer veranderen.
Toch zijn er een aantal dingen in mijn leven waarop ik terug kijk en wél denk: “Had ik dit maar anders aangepakt.” Eigenlijk heb ik niet zo zeer spijt van hoe ik dingen soms heb aangepakt, want dat heeft me tenslotte gevormd tot de persoon die ik nu ben. Die situaties waren allemaal leermomenten en lieten me zien dat ik ook maar gewoon een mens ben – goh, gek he?! Toch wil ik een paar van die momenten met jullie delen. Misschien zijn sommige situaties wel herkenbaar, of kan ik je er over laten nadenken. Wat het ook voor je doet, voor mij is het heerlijk even van me afschrijven…
Vertrouwen moet je verdienen
Het stuk wat ik je nu ga vertellen, is iets wat me vanaf het moment dat het gebeurd is, bij gebleven is en waar ik niet graag op terug kijk. Toch is het een situatie waar ik wel veel van geleerd heb.
Toen ik een jaar of 15 was, zat ik een beetje in mijn rebelse periode. Of noem het maar gewoon puberaal. Ook goed. Ik was nieuwsgierig en wilde er graag bij horen, want ondanks dat ik wel een aantal vrienden had, hoorde ik nooit bij de ‘populaire groep’.
Ik deed samen met nog vier andere leerlingen uit mijn klas mee aan een uitwisselingsproject met Duitse leerlingen. De eerste dag dat wij daar waren, gingen we met onze uitwisselingsstudenten mee naar hun ‘clubhonk’ of gewoon vriendenhonk, of hoe je het ook wilt noemen. Zij rookten stiekem en boden ons ook aan. Hoewel ik het altijd vond stinken, was ik wel nieuwsgierig en probeerde het. Mijn eerste sigaret. Oe, wat voelde ik mezelf stoer en stout tegelijkertijd. Als mijn ouders er maar niet achter zouden komen. Het was niet zo dat we meteen ons eigen pakje gingen kopen, want die behoefte was er niet. Zo nu en dan kregen we een sigaret aangeboden en rookten deze op.
Net voor de zomervakantie vroegen mijn ouders of ik rookte. Ze hadden dus een vermoeden. En ook al wist ik diep in mijn hart dat ik het ze echt wel kon zeggen, toch kon ik het niet. Ik schaamde me er eigenlijk een beetje voor en wilde hen vooral niet verdrietig maken met mijn rebelse gedrag. Ik wilde hen niet teleurstellen en eigenlijk had ik dat voor mijn gevoel gedaan door zo nu en dan te roken. Achteraf weet ik dat dit nog niet eens het ergste was…
Tot een aantal keer toe dat ze het mij vroegen heb ik gezegd dat ik niet rookte.
Een week later waren we op vakantie in Italië. Ik werd compleet verliefd op een leuke jongen die ik daar ontmoette. Gewoon een Nederlander. Ik was tot dan toe nog nooit zó verliefd geweest. Hij rookte en uiteraard rookte ik gewoon mee. Hij wist dat mijn ouders het niet wisten.
Het was bijna aan het einde van de vakantie. Hij zou een dag of twee eerder naar huis gaan dan wij. Het was onze een-na-laatste dag samen. We zouden die avond met de shuttlebus naar een discotheek gaan, maar op het laatste moment besloten we het niet te doen. Eigenlijk helemaal geen zin om de camping te verlaten. En dus zaten we op een bankje aan het meer. We kletsten wat en zoenden zo nu en dan en rookte er ondertussen nog eentje. Gewoon een gezellig avondje.
De volgende dag kreeg ik er van langs. Mijn ouders hadden gezien dat ik niet met de shuttlebus mee was gegaan en later die avond heeft mijn zus mij zien roken. Ik kreeg de wind van voren. Want ze hadden al zo vaak gevraagd of ik rookte en elke keer zei ik nee.
Op de laatste avond van mijn vakantievriendje mocht ik niet uit het oog van papa en mama. Dat was mijn straf. Oh God, wat had ik een spijt.
Hoewel ik nooit elke dag of elke week rookte, stak ik er per gelegenheid wel eens eentje op. Zo ook die keer dat we een schoolfeest hadden in een discotheek. We kochten met 4 meiden één pakje. En omdat ik een tasje bij me had, hield ik het pakje bij me. Aan het einde van de avond was het pakje nog niet op en nam ik het mee naar huis. Ondanks dat – tenminste dat dacht ik – papa en mama wisten dat ik zo nu en dan rookte, verstopte ik het pakje toch maar onder mijn kussensloop.
Later die week was ik alweer vergeten dat ik hem daar neergelegd had. Dus toen mama mijn beddengoed in de was ging doen vond ze het pakje en kreeg ik opnieuw de wind van voren. Geloven dat we met meerdere meiden dat pakje gekocht hadden, deed ze niet echt. Ondanks dat het wel waar was… Ik voelde me heel vervelend hierdoor…
Toch was dit nog niet het ergste. Dat kwam pas maanden later, toen ik zelfs al heel lang geen sigaret meer aangeraakt had. Papa en mama hadden een hoop sigarettenpeuken gevonden naast de container in de tuin. En ik kreeg de schuld. Ik wist zeker dat dit niet van mij was omdat ik al heel lang niet meer gerookt had en als ik al thuis rookte – dat was overigens maar zelden én al weken of misschien wel maanden geleden – gooide ik de sigarettenpeuk over de schutting zodat ze ook zeker geen sigaret konden vinden.
Maar hoe hard ik mijn best ook deed om ze hiervan te overtuigen, ze geloofden me niet. Ik dacht zelfs mee na over hoe die peuken daar dan terecht waren gekomen. Maar zij vonden dat ik alleen maar smoesjes aan het bedenken was en vroegen zich af waarom ik niet eerlijk kon zijn. ‘Maar ik BEN eerlijk’, riep ik tegen hen. Maar toch mocht het niet baten…
Die andere keren had ik inderdaad glashard staan liegen en was het terecht dat ze teleurgesteld in mij waren. Maar nu ik wél de waarheid vertelde, geloofde ze me niet. Dat is echt – nog steeds – het ergste gevoel wat ik ooit gehad heb. Ik besefte dat ik zo ver gegaan was in het bedekken van mijn ‘geheim’, dat ze me gewoonweg ook niet konden geloven. Ze hadden me immers al verschillende keren op leugens betrapt als het ging om roken. Waarom zouden ze me dan nog geloven? Ze hadden me al zo veel kansen gegeven en zo goed als elke keer had ik staan liegen.
Ik merkte dat ik hun vertrouwen in mij echt terug moest winnen in de maanden die volgden. Wat een rot gevoel. Ja. Ik had spijt. Geen spijt dat ik zo nu en dan had gerookt, maar wel dat ik erover gelogen had. Want uiteindelijk zat ik zo diep in mijn leugens, dat toen ik wel de waarheid sprak mijn ouders mij niet meer konden geloven.
Over één ding uit dit verhaal kan ik nog steeds positief zijn. Op het moment dat ik ze eerlijk verteld zou hebben dat ik zo nu en dan rookte, zou ik waarschijnlijk steeds meer zijn gaan roken en misschien wel verslaafd zijn geworden. Nu had het roken me zo afgeschrikt – of in ieder geval de leugens – dat roken niet meer alleen ongezond was maar ook nog eens een slechte herinnering.
Nee. Ik zeg nu niet dat je moet liegen – DOE HET NIET! – maar soms moet je ook het positieve uit dingen kunnen halen. Dit is mijn verhaal en ik kan je vertellen dat je het echt niet wilt meemaken dat je niet gelooft wordt, terwijl je de waarheid spreekt. Blijf uit het web van leugens, want het is het niet waard. Geloof me maar… Ik zal niet meer zo snel liegen. Zeker niet bij ‘grote’ serieuze situaties. Been there, done that… Donker gat. Niet meer doen!
Ik had hier eigenlijk meerdere verhalen willen vertellen – zoals je in het intro al kon lezen, maar ik zit al op bijna 1300 woorden. Misschien komen die verhalen nog een andere keer. Voor nu houd ik het hier gewoon bij…
Is er iets waar jij spijt van hebt?
7 comments
Wow… Goed verhaal en goed geschreven…!
Dankjewel 🙂
Mooi geschreven en ook mooi hoe je het uitlegt en dat liegen kan zorgen dat mensen je minder snel geloven of vertrouwen. Dat je niet vaak spijt hebt van dingen, ik ben precies zo. Ik had natuurlijk sommige dingen ook anders gedaan als ik erop terug kijk, maar spijt? Nee! Het is gegaan zoals het gegaan is en spijt heeft geen zin.
Xoxo
Dank je voor je reactie! Ik vind het leuk om te lezen dat je qua spijt hetzelfde denkt als ik. 🙂
Wauw… Ik ben er stil van. Het komt zelfs eng dicht bij mijn verhaal…
Ik vind het echt mooi geschreven en knap dat je dit zo kan vertellen. Goed artikel!
Dankjewel! 🙂